Bij een echtscheiding kan onder voorwaarden recht op partneralimentatie bestaan. Dit vloeit voort uit de wet. Voor ongehuwd samenwonenden ontbreekt echter een wettelijke regeling, waardoor beëindiging van de samenleving ongewenste financiële gevolgen kan hebben.
Voorbeeld:
Frank en Maartje wonen 8 jaar samen en hebben een dochter van 5 jaar. Maartje is sinds de geboorte van hun kind minder gaan werken, terwijl de carrière van Frank succesvol verloopt. Frank heeft een bruto inkomen van € 200.000, terwijl het bruto inkomen van Maartje € 45.000 op jaarbasis bedraagt. Frank en Maartje gaan na 8 jaar uit elkaar.
Indien Frank en Maartje geen afspraken hebben gemaakt over een onderhoudsverplichting, dan kan Maartje geen aanspraak maken op een onderhoudsvergoeding en rust op Frank geen verplichting tot het betalen van een vergoeding aan Maartje .
Zouden Frank en Maartje getrouwd zijn geweest, dan zou Maartje gelet op de leeftijd van hun dochter nog 7 jaar partneralimentatie moeten ontvangen.
Wettelijke partneralimentatie geldt alleen bij beëindiging van een huwelijk of geregistreerd partnerschap en niet bij beëindiging van samenwoning. In een samenlevingsovereenkomst kunnen partners echter wel afspraken maken over partneralimentatie, of kunnen hier bij het uit elkaar gaan nog afspraken over maken. Denk daarbij aan afspraken over de hoogte van de verplichting, wel of geen indexatie, de duur van de verplichting en eerdere stopzetting indien de ex-partner opnieuw gaat samenwonen. Deze onderlinge afspraken hoeven niet per sé in een samenlevingsovereenkomst te worden opgenomen, maar dit heeft wel de voorkeur.
Afspraken in samenlevingsovereenkomst
Stel dat Frank en Maartje in een samenlevingsovereenkomst hebben vastgelegd dat bij beëindiging van de samenwoning aansluiting wordt gezocht bij de wettelijke bepalingen voor huwelijkse partneralimentatie. Dan zal de periodieke alimentatiebetaling bij Frank in de regel een aftrekpostvormen in de aangifte inkomstenbelasting tegen maximaal 37,48% (2025). Bij Maartje is deze alimentatie belast als periodieke uitkering tegen maximaal 49,5% inkomstenbelasting (excl. effect op heffingskortingen) en 5,26% premie zorgverzekeringswet (bedragen 2025).
Gehuwden kunnen overigens een alimentatieverplichting afkopen en de afkoopsom als aftrekpost opvoeren. Samenwoners hebben deze aftrekmogelijkheid niet.
Testament
De verschillen tussen gehuwden en samenwoners spelen niet alleen bij partneralimentatie. Gehuwden zijn automatisch elkaars erfgenaam, maar samenwoners niet. Als er geen testament is, of verblijvingsbeding in het samenlevingscontract, staat de langstlevende samenwoonpartner met lege handen. Deze is dan afhankelijk van de erfgenamen van de overledene om bijvoorbeeld in de woning te kunnen blijven wonen.
Tot slot
Het opstellen van een samenlevingsovereenkomst met de nodige afspraken luistert nauw en kan het beste in samenspraak met uw adviseur en notaris worden opgesteld. Aan de andere kant kan het ontbreken van een wettelijke regeling op partneralimentatie kan natuurlijk ook juist een reden zijn om niet te trouwen... Hoe dan ook, indien u meer wilt weten over de mogelijke impact van samenwonen, neemt u dan contact op met uw RSM-adviseur.