Wanneer een centrale bank de rente verhoogt, heeft dat vrijwel altijd gevolgen voor de rente die de markt vraagt, voor onder meer de financiering van overnames. Stijgende rente maakt het lenen van geld voor het financieren van overnames duurder en daarmee wordt de haalbaarheid van een potentiële deal mogelijk minder aantrekkelijk.
Dit is een belangrijke reden waarom de markt nog zoekende is naar een nieuw evenwicht in transactieprijzen. Kopers wensen immers minder te betalen, terwijl de verkopende partij graag vasthoudt aan de waardering van een jaar geleden.
Naast hogere intrestlasten, is het ook niet uitgesloten dat banken een hogere eigen inbreng vragen dan de afgelopen jaren en ze meer zekerheden vragen (bv: in pand geven van aandelen). Het effect hiervan zou kunnen zijn, dat bedrijven voorzichtiger zullen omspringen met het aangaan van schulden en daardoor overnames uitstellen en banken eveneens voorzichtiger zullen zijn met het afsluiten van nieuwe kredieten ter financiering van overnames.
Voor bedrijven met lage groeiverwachtingen zal de koper bijna zeker met een lagere waardering komen.
Door deze tendensen ziet het er naar uit dat private equity fondsen eerder geneigd zullen zijn om “add-on” overnames te realiseren i.p.v. “stand-alone” overnames in sectoren waarin ze nog niet actief zijn. Voor de kleinere transacties lijkt de algemene marktverwachting, dat de alternatieve geldverstrekkers (bv. family offices, business angels, .) verder terrein winnen ten opzichte van banken.
De grotere voorzichtigheid die aan de dag wordt gelegd door kopers is niet noodzakelijk negatief. Dit kan leiden tot meer duurzame overnames en voorkomt onrealistische overwaarderingen en te grote financiële risico’s.
Bron: Mena.nl