Onlangs heeft de Staatssecretaris van Financiën aangekondigd dat de Holdingresolutie wordt ingetrokken en vervangen door nieuw beleid. Dit kan gevolgen hebben voor het recht op aftrek van voorbelasting voor houdstervennootschappen die kwalificeren als btw-ondernemer. In deze update behandelen we de belangrijkste wijzigingen en de gevolgen.

Achtergrond

Holdingmaatschappijen hebben recht op aftrek van voorbelasting op inkomende kosten als de holding kwalificeert als btw-ondernemer. Dit is het geval als de holding goederen of diensten levert tegen vergoeding en deze activiteiten kwalificeren als een economische activiteit. Door het houden van aandelen, kan in sommige gevallen het recht op aftrek worden beperkt. 

Onder strikte voorwaarden, kan op basis van de huidige Holdingresolutie het standpunt worden ingenomen dat het houden van aandelen geen invloed kan hebben op het recht op terugvordering van voorbelasting. Desondanks, wijst de Belastingdienst dit standpunt vaak af omdat de Holdingresolutie niet (volledig) in lijn is met de huidige jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie over dit onderwerp.

Nieuw besluit

De Holdingresolutie wordt per 1 juli 2025 ingetrokken en vervangen door twee nieuwe besluiten van de Belastingdienst (Nr. 38540, 10 december 2024 en Nr.38545, 10 december 2024). Volgens de nieuwe besluiten vallen activiteiten ten aanzien van het houden van aandelen, binnen de werkingssfeer van de btw in de volgende scenario’s.

  1. Inmenging in het beheer van de dochteronderneming wordt beschouwd als een activiteit die aan btw onderworpen is.
  2. Het houden van aandelen vormt een duurzaam en noodzakelijk verlengstuk van de belastbare activiteit van de belastingplichtige. De volgende voorbeelden worden genoemd:
    • De handeling is gericht op (her)structurering en houdt dus verband met de organisatie van de economische activiteiten van de onderneming.
    • Het doel van een verkoop en overdracht van aandelen is om de opbrengst direct toe te wijzen aan de belastbare economische activiteit van de betreffende onderneming.
    • De onderneming beoogt met de handeling zijn operationele activiteiten uit te breiden of te wijzigen.
    • De handeling dient ter dekking van zijn verplichtingen in verband met de economische activiteit.
  3. De holdingmaatschappij handelt commercieel in aandelen en andere effecten.

Daarnaast bevatten de nieuwe besluiten een gedetailleerd stappenplan om te bepalen of btw op kosten in verband met de verkoop van een deelneming aftrekbaar is. Deze stappen vereisen een zorgvuldige beoordeling of de btw (deels) aftrekbaar is en kunnen mogelijk leiden tot een andere conclusie dan op basis van het huidige beleid dat opgenomen is in de Holdingresolutie.

Wat betekent dit voor u?

Voor holdingmaatschappijen kan het nieuwe beleid in bepaalde scenario's een grote impact hebben op de terugvordering van voorbelasting. Met name de definitie van 'duurzaam en noodzakelijk verlengstuk’ kan mogelijk een betere positie bieden voor de terugvordering van voorbelasting, vooral in gevallen waarin het houden van aandelen in sommige deelnemingen niet gepaard gaan met bijvoorbeeld btw-belastbare managementactiviteiten. Daarom raden wij holdingmaatschappijen aan hun positie met betrekking tot de terugvordering van voorbelasting en deelnemingsactiviteiten te beoordelen op basis van het nieuwe beleid en de mogelijke financiële implicaties te bepalen.