De afgelopen jaren is er een merkbare verschuiving geweest in de regelgeving op het gebied van duurzaamheid in de EU, met een focus op het vergroten van de verantwoordingsplicht en transparantie in de particuliere sector. De belangrijkste daad was de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die de bestaande Non-Financial Reporting Directive (NFRD) vervangt en naar verwachting van toepassing zal zijn op ongeveer 50.000 bedrijven (vergeleken met slechts 11.000 onder de NFRD). Nauw verbonden met de CSRD is de EU-taxonomie, een classificatiesysteem dat criteria vaststelt om te bepalen of een economische activiteit ecologisch duurzaam is. Bedrijven moeten informatie bekendmaken zoals hun omzet, kapitaaluitgaven en operationele kosten met betrekking tot activiteiten die volgens de EU-taxonomie als ecologisch duurzaam worden beschouwd. Ten slotte vereist de CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive) dat bedrijven milieu- en sociale due diligence uitvoeren in hun hele waardeketen en eventuele negatieve effecten in verband met hun bedrijfsactiviteiten identificeren, voorkomen en beperken.
In de afgelopen maanden is er echter een gestage terugval geweest in de richting van deze wetgevingsitems. Het Draghi-rapport, dat in september 2024 werd gepubliceerd en gericht was op de toekomst van het Europese concurrentievermogen, suggereerde dat een jaarlijkse investering van 5% van het bbp van het continent nodig was om gelijke tred te houden met de VS en China, met specifieke investeringen die nodig zijn in innovatie, energie en defensie. Naar aanleiding hiervan hebben Duitsland en Frankrijk het voortouw genomen door op te roepen tot vertragingen van de uitvoeringstermijnen en vereenvoudiging van de rapportagevereisten om het concurrentievermogen van bedrijven te beschermen en te versterken. Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, had in november vorig jaar al aangegeven dat de EU overwoog om de CSRD, EU-taxonomie en CSDDD te consolideren in één omnibusverordening om de rapportagelast te verminderen. Het eerste geformaliseerde voorstel zal naar verwachting op 26 februari worden vrijgegeven.
Daarnaast heeft de EU op 29 januari ook haar "Concurrentiekompas" uitgebracht, een nieuw strategisch kader waarin het voorgestelde antwoord van het continent op de uitdagingen op het gebied van concurrentievermogen wordt geschetst, die in het Draghi-rapport worden benadrukt. Vereenvoudiging van de regelgeving is een van de vijf belangrijkste doelstellingen, naast het verminderen van de afhankelijkheid van externe partijen voor kritieke materialen en technologieën, het pleiten voor initiatieven voor schone handel, investeren in opkomende technologieën zoals AI en biotechnologie, en het focussen op decarbonisatie via de Clean Industrial Deal.
Dus wat betekenen deze recente aanpassingen en aankondigingen voor bedrijven in de EU?
Dit artikel is geschreven door Nathan Cable ([email protected]). Nathan is onderdeel van RSM Netherlands Business Consulting Services, specifiek gericht op Duurzaamheid en Strategie.
Wat weten we?
Volgens de officiële aankondiging van de Commissie zal er binnenkort een nieuwe definitie voor midcap-bedrijven worden ingevoerd. Deze nieuwe categorie zal bedrijven omvatten die groter zijn dan kmo's, maar kleiner dan grote ondernemingen1. Als gevolg daarvan zullen duizenden bedrijven in de hele EU profiteren van vereenvoudigingen van de regelgeving die vergelijkbaar zijn met die welke beschikbaar zijn voor kmo's. Midcap-criteria worden gerapporteerd (maar niet bevestigd) tussen 250 en 1.500 werknemers, een omzet van niet meer dan 1,5 miljard euro of balansactiva van niet meer dan 2 miljard euro). De rapportage- en administratieve lasten zullen met minstens 25% worden verminderd voor alle ondernemingen en met minstens 35% voor de nieuwe midcap-categorie en kmo's. De commissie schat dat deze aanpassingen 37,5 miljard euro (39,0 miljard dollar) aan kosten per jaar zullen besparen.
Wat is er nog onzeker?
Tijdlijn van de implementatie
Hoewel de Franse en Duitse regeringen, samen met de grootste fractie van het Europees Parlement (EVP), een uitstel van twee jaar hebben voorgesteld voor de implementatie van CSRD, kan dit langer of korter zijn, aangezien er tot nu toe geen officiële bevestiging is opgenomen in de mededelingen van de Commissie.
ESRS, datapunten en dubbele materialiteit
In het document van de Commissie wordt verwezen naar een vermindering van de rapportagelasten met 25 tot 35 %, maar wordt niet gespecificeerd hoe dit zal worden bereikt. Dit laat onzekerheid bestaan over de impact op ESRS, die wordt vastgesteld door middel van gedelegeerde regelgeving, evenals de specifieke gegevenspunten die nodig zijn voor rapportage.
Wat de dubbele materialiteit betreft, blijft de aanpak van de EU onduidelijk. Het normalisatieorgaan van de EFRAG heeft zowel verplichte als vrijwillige richtsnoeren ingevoerd voor verschillende entiteitsgroepen, die wetgevers meerdere mogelijkheden bieden. Voor de nieuwe midcap-categorie zijn de opties onder meer:
- Behoud van dubbele materialiteit,
- Beperking tot impact of financiële materialiteit, of
- Verschuiven van CSRD-compliance naar basisgegevensverzameling en openbaarmaking zonder een materialiteitsbeoordeling.
Vereisten voor zekerheid
Naast rapportage- en administratieve verplichtingen streeft de Commissie ernaar de nalevingskosten te verlagen, wat vragen oproept over de toekomst van de assurancevereisten, die in het kader van de CSRD een aanzienlijke kostenpost vormen. Zoals het er nu uitziet, geldt een beperkte mate van zekerheid tot 2028, waarna de EU-brede redelijke zekerheid op 1 oktober 2028 in werking treedt. Een mogelijke kostenbesparende maatregel zou kunnen zijn om de beperkte zekerheid voor midcap-entiteiten voor onbepaalde tijd te handhaven, maar dit is nog niet officieel bevestigd.
Update: Volgens rapporten die op 6 februari zijn vrijgegeven, kan de afzwakking van de CSRD- en CSDDD-vereisten nog extremer zijn dan eerder gemeld, met geruchten over een volledige afstemming van CSRD- en CSDDD-kwalificatiecriteria en een spil in de richting van alleen financiële materialiteitsbeoordeling. Er is ook een mogelijkheid dat het omnibusvoorstel wordt uitgesteld tot maart. Gezien de dynamische aard van de situatie zal de onzekerheid voor bedrijven en belanghebbenden waarschijnlijk nog enige tijd aanhouden.
Wat waren de reacties?
Er is veel weerstand en verzet geweest tegen de voorgestelde wijzigingen, waaronder:
- 150 maatschappelijke organisaties bevestigen dat ze niet willen dat het EY de raadplegingen over CSRD en CSDDD heropent, en bekritiseren het gebrek aan goed overleg in het proces
- 400+ Franse maatschappelijke organisaties dringen er bij von der Leyen op aan om "de oorspronkelijke bedoeling van de medewetgevers en de bredere Green Deal-agenda te handhaven" via de C3D
- CEO's van Mars, Unilever en andere door duurzaamheid gedreven bedrijven "dringen er bij de Europese Commissie op aan om publiekelijk te verduidelijken dat deze "omnibusaanpak", als deze wordt ingezet, niet zal toestaan dat reeds overeengekomen en aangenomen wetteksten worden heropend voor heronderhandeling"
- Meer dan 200 spelers uit de financiële sector, met samen een beheerd vermogen van 6,6 biljoen euro, hebben "de oproep aan de Commissie van de Europese Unie (EU) gesteund om "de integriteit en ambitie te behouden" van het EU-kader voor duurzame financiering"
- De Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC) verklaarde namens 211 organisaties, waaronder AXA, Robeco en Triodos Bank: "Door de kernbeginselen van deze regelgeving te handhaven en tegelijkertijd de uitdagingen bij de uitvoering aan te pakken, kan de EU haar wereldwijde leiderschap op het gebied van duurzame financiering versterken. Tijdige toegang tot hoogwaardige en vergelijkbare rapportage van de reële economie is een voorwaarde om beleggersbeslissingen te informeren en te begeleiden, waardoor deze evenwichtige aanpak mogelijk wordt om de heroriëntatie van kapitaal naar een meer concurrerende, rechtvaardige en welvarende netto-nuleconomie te ondersteunen en de geschatte jaarlijkse investeringskloof van $ 750-800 miljard te overbruggen."
Aan de andere kant hebben sommige financiële instellingen en bedrijven zich al vóór recente ontwikkelingen tegen de regelgeving uitgesproken . Een rapport van Yahoo citeert Adam Jacobs-Dean, wereldwijd hoofd markten bij AIMA, wiens leden toezicht houden op ongeveer $ 4 biljoen aan gecombineerde activa:
"Het creëert een enorme last voor bedrijven die echt niet het soort ecologische of sociale voetafdruk hebben dat een productiebedrijf zou kunnen hebben ... en sommigen van hen zullen niet eens Europese investeerders of klanten hebben ... Dus voor wie is de rapportage?"
Evenzo meldde de Financial Times dat Philippe Ducom, president van ExxonMobil Europe, zei dat "heel weinig" van de 30 miljard euro die het had gereserveerd voor investeringen in technologieën, zoals waterstof en koolstofafvang, naar Europa zou komen als gevolg van zijn "frivole, buitensporige en dure regelgeving". "Veel van wat Europa doet, is proberen het juiste te doen, maar het op de verkeerde manier doen".
Deze voorgestelde wijzigingen veroorzaken op zijn minst hoofdpijn voor bedrijven, waarvan de overgrote meerderheid al aanzienlijke middelen heeft geïnvesteerd in de voorbereiding op CSRD-naleving en zich op dit moment bevindt.
Forward Thinking
In de eerste aankondiging van het Omnibus Simplification Initiative heeft de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, haar steun uitgesproken voor "het verminderen van de bureaucratische last voor de industrie", maar benadrukte dat "de goede inhoud van de regelgeving ongewijzigd zal blijven."Dit suggereert dat, hoewel de rapportageverplichtingen kunnen worden gestroomlijnd, de belangrijkste regelgevingsvereisten waarschijnlijk intact zullen blijven.
Kijkend naar historische precedenten, kunnen de verwachtingen rond vereenvoudigingen van de regelgeving onzeker en complex zijn. Tijdens de besprekingen over het uitstel van de EU-verordening inzake ontbossing stelde het Europees Parlement bijvoorbeeld een aanzienlijke vermindering van de inhoud voor, maar de Raad handhaafde de verordening uiteindelijk slechts volledig met een vertraging van één jaar.
Ongeacht de wettelijke beperkingen moeten bedrijven duurzaamheid blijven omarmen en kijken naar het realiseren van de kansen voor waardecreatie en groei. Bijkomende voordelen en positieve elementen zijn onder meer:
- ESG-doelstellingen, -beleid, -actieplannen en -maatstaven vormen de basis van een robuuste en volwassen duurzaamheidsstrategie, ongeacht enig regelgevend toezicht, en bedrijven zouden dit kader moeten omarmen om een meer volwassen duurzaamheidsaanpak te helpen ontwikkelen
- Beleggers zijn steeds vaker op zoek naar het toewijzen van kapitaal aan bedrijven met bewezen ESG-referenties. Een recent onderzoek geeft aan dat "50% van de beleggers zegt dat het zeer of uiterst belangrijk is dat bedrijven de manier waarop ze waarde creëren, leveren en vastleggen veranderen als reactie op klimaatverandering ... Bovendien is 71% van de beleggers het ermee eens dat bedrijven ESG/duurzaamheid rechtstreeks in hun bedrijfsstrategie moeten opnemen ... (68%) is het er tot op zekere hoogte mee eens dat bedrijven uitgaven moeten doen die gericht zijn op ESG-/duurzaamheidskwesties die relevant zijn voor hun bedrijf, zelfs als dit de winstgevendheid op korte termijn vermindert."
- Talrijke onderzoeken tonen aan hoe bedrijven met een duurzaamheidsreputatie en transparantie een hogere mate van talentaantrekking en -behoud bereiken
- Veel bedrijven die waarschijnlijk binnen de nieuwe midcap-bandbreedte zullen vallen, zullen waarschijnlijk leveranciers zijn van grootschalige organisaties met ambitieuze duurzaamheidsambities en -doelstellingen die zich uitstrekken tot in hun waardeketens. Midcap-bedrijven die deze ambities kunnen waarmaken, nauwkeurige gegevens kunnen verstrekken en kansen bieden voor duurzaamheidspartnerschappen, zullen waarschijnlijk de voorkeur krijgen boven bedrijven die dat niet kunnen.
- Voor consumentgerichte bedrijven laten de bestedingstrends zien dat alle generaties steeds meer bereid zijn om meer uit te geven voor duurzame producten, met name grote stijgingen onder jongere groepen.
- Uit eerder onderzoek blijkt dat beursgenoteerde bedrijven die een hoge mate van duurzaamheid, innovatie en vertrouwen combineerden, beter presteerden dan branchegenoten met 3,1% hogere winsten en een hoger rendement voor aandeelhouders.
Al het bovenstaande zal bijdragen tot een groter concurrentievermogen, wat natuurlijk de algemene boodschap is achter het nieuwe EU-concurrentiekompas. Het raamwerk, hoewel nog maar net geïntroduceerd, biedt verschillende potentiële opwindende kansen voor bedrijven, waaronder:
- Een centrale focus op decarbonisatie via de Clean Industrial Deal en het actieplan voor betaalbare energie
- Verhoogde mobilisatie van kapitaal voor innovatie- en duurzaamheidsgerichte projecten
- Een focus op het aantrekken en behouden van talent via het initiatief "Union of Skills"
- Uitbreiding van de handel en grotere markttoegang voor bedrijven met een wereldwijde voetafdruk
Over het algemeen verwachten we dat het opwaartse traject voor de duurzaamheid van de particuliere sector in de EU de komende jaren zal aanhouden, en dat bedrijven die niet aan de nalevingsvereisten voldoen of kansen niet omarmen, het risico lopen achterop te raken bij meer innovatieve en proactieve bedrijven op dit gebied.
RSM is een thought leader op het gebied van duurzaamheidsadvies. We bieden frequente inzichten door middel van training en het delen van thought leadership op basis van een gedetailleerde kennis van ontwikkelingen in de sector en praktische toepassingen in het werken met onze klanten. Wilt u meer weten, neem dan contact op met een van onze adviseurs.