De bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (‘’BOR’’) en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting (‘’DSR’’) zijn op dit moment een belangrijk thema. Deze regelingen blijven voorlopig wel bestaan, maar de regelingen zijn met ingang van 1 januari 2025 aangepast en naar verwachting zullen er per 1 januari 2026 nog meer aanpassingen volgen. Enerzijds zullen de aanpassingen een versobering van de regelingen inhouden. Anderzijds zullen de aanpassingen knelpunten wegnemen waardoor de regelingen eenvoudiger toegepast kunnen worden. In dit blog kort de belangrijkste wijzigingen.
BOR en DSR
De BOR en DSR zijn in de wet opgenomen om bedrijfsopvolgingen zonder fiscale belemmeringen te laten plaatsvinden met als doel om de continuïteit van de onderneming te waarborgen. Het oorspronkelijke doel om hoge belastingheffing bij een bedrijfsopvolging te voorkomen wordt nu versoberd en in de fiscale praktijk wordt er rekening mee gehouden dat deze ingezette trend de komende jaren wordt voortgezet.
De BOR staat in de basis bekend als een genereuze regeling, alles om soepele bedrijfsoverdrachten te kunnen faciliteren. Als een onderneming in 2025 wordt geschonken of vererfd is dit tot een waarde van € 1.500.000 vrijgesteld van de heffing van schenk- of erfbelasting. Het surplus is voor 75% (voorwaardelijk) vrijgesteld. Toepassing van de BOR in de huidige vorm kan de belastingdruk verlagen van 20% naar ongeveer 5% (tarief ouder/kind). Bij een lagere marktwaarde van de onderneming kan de belastingdruk zelfs 0% bedragen.
Naast de BOR kan gebruik gemaakt worden van de DSR in de inkomstenbelasting. Met deze regeling kan de verkrijgingsprijs van de onderneming bij schenking of vererving worden doorgeschoven naar de verkrijger. Daardoor hoeft door de schenker of erflater geen inkomstenbelasting te worden betaald. Zonder toepassing van de DSR zal bij schenking of overlijden maximaal 31% inkomstenbelasting verschuldigd zijn over het voordeel. Let op: toepassing van de DSR leidt tot uitstel van belastingheffing en geen afstel, de overnemer neemt de belastingclaim immers over.
Wijzingen per 1 januari 2025
Met ingang van 1 januari 2025 is een aantal wijzigingen in de wet opgenomen:
- De 100% vrijstelling in de BOR is gewijzigd van een bedrag van € 1.325.253 in 2024 naar een bedrag van € 1.500.000 in 2025. Over het surplus is vanaf 2025 75% voorwaardelijk vrijgesteld, in 2024 was het surplus nog voor 83% vrijgesteld. Deze wijzigingen zullen over het algemeen voordelig uitpakken voor kleine ondernemingen, maar nadelig voor grote ondernemingen.
- Vanaf 1 januari 2025 kan de BOR in zijn geheel niet meer worden toegepast op beleggingsvermogen. Voor de DSR is het de verwachting dat dit ook gaat wijzigen.
- De dienstbetrekkingseis voor de DSR is komen te vervallen. Op grond van dit vereiste dienden verkrijgers op het moment van schenken 36 maanden in dienstbetrekking te zijn bij de te schenken onderneming. Het alom bekende “zorg ervoor dat kinderen iets voor de onderneming doen en daar ook loon voor ontvangen” is dus niet meer van toepassing. NB. De dienstbetrekkingseis geldt overigens nog wel bij eenmanszaken en vennootschappen onder firma.
- In plaats van de dienstbetrekkingseis kent de DSR vanaf 1 januari 2025 een minimumleeftijd van 21 jaar (alleen bij schenking, niet bij vererving). Waar je voorheen kon schenken aan minderjarige kinderen is dit dus vanaf nu niet meer fiscaal vriendelijk mogelijk.
- In bepaalde situaties zal het mogelijk worden om een onderneming te herstructureren en toch aan de bezits- of voortzettingseis te blijven voldoen (let op: deels per 1 januari 2025 en deels per 1 januari 2026). Een belangrijke voorwaarde is dat de herstructurering niet leidt tot een verschuiving van vermogen tussen de schenker, erflater of verkrijger.
- De voortzettingseis wordt verkort van vijf naar drie jaar voor de BOR (voor verkrijgingen vanaf 2025). Dit betekent dat de voorzetters de onderneming tenminste drie jaar moeten voorzetten. Als hieraan niet wordt voldaan, dan vervalt de BOR alsnog.
Voorgestelde wijzigingen per 1 januari 2026
Het kabinet heeft ook een aantal wijzigingen voorgesteld die met ingang van 1 januari 2026 in moeten gaan. Zo wordt er een extra bezitstermijn ingevoerd voor AOW-gerechtigden. Hiermee wordt voorkomen dat vermogende ouderen hun vermogen omvormen tot ondernemingsvermogen. De bezitstermijn neemt toe naarmate de schenker of erflater ouder wordt. Tevens worden maatregelen ingevoerd om dubbel gebruik van de BOR tegen te gaan.
Vanaf 1 januari 2026 zal ook een aangepaste definitie van preferente aandelen worden gehanteerd. Deze nieuwe definitie kan impact hebben op letteraandelen waarover een preferent percentage aan dividend wordt vergoed. Mogelijk kwalificeren de aandelen dan niet meer voor de BOR en de DSR. Om de aandelen nog onder toepassing van de regelingen te kunnen schenken dient in 2025 actie te worden ondernomen.
Timing bedrijfsoverdracht erg belangrijk: zoek tijdig contact met uw fiscalist!
Meer weten over de nieuwe wet- en regelgeving, welke impact de wijzigingen kunnen hebben op een bedrijfsoverdracht van uw onderneming en of er nog actie ondernemen dient te worden in 2025, neem dan contact op met uw contactpersoon of via [email protected].