Met een dijk van een arrest heeft de Hoge Raad vandaag de praktijk veel duidelijkheid gegeven over box 3. De Hoge Raad volgt zijn uitgezette koers en oordeelt dat de Herstelwet en de Overbruggingswet Box 3 in strijd zijn met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht. Indien het forfaitaire rendement dat uit deze wetten volgt, aantoonbaar hoger is dan het werkelijke rendement, moet rechtsherstel plaatsvinden. Dit rechtsherstel houdt in een heffing naar werkelijk rendement. 

Daarbij geeft de Hoge Raad de volgende regels voor het vaststellen van het werkelijke rendement: 

  1. Het gehele box 3-vermogen, inclusief bank- en spaartegoeden, moet als geheel in ogenschouw worden genomen. Er vindt géén onderscheid of toetsing plaats op niveau van verschillende vermogenscategorieën.
  2. Het heffingsvrije vermogen telt niet mee.
  3. Het rendement moet op nominale basis worden vastgesteld, geen rekening wordt gehouden met de effecten van inflatie.
  4. Vaststelling op jaarbasis: positieve of negatieve rendementen uit andere jaren tellen niet mee. 
  5. Ongerealiseerde waardeontwikkelingen tellen mee.
  6. Kostenaftrek is niet mogelijk.
  7. Rente van box 3-schulden komt in aftrek.

Wat betekent dit concreet? 

Het werkelijk rendement omvat in ieder geval huurinkomsten,  rente-inkomsten en dividenden, verminderd met rente van box 3-schulden. Let op: ook ongerealiseerde waardeontwikkelingen tellen mee. Is dit totaalrendement lager dan het forfaitaire rendement (zonder doelmatigheidsmarge!), dan zou dit werkelijke rendement bepalend moeten zijn voor de box 3-heffing. Bij een vermindering van de aanslag hoeft de Belastingdienst alleen wettelijke rente te vergoeden indien de rente hoger is dan de belastingteruggave.

Hoe verder?

Al met al een stevig arrest, maar er is niet alleen maar ‘zuur’ voor de overheid. Het meetellen van ongerealiseerde waardeontwikkelingen en het uitsluiten van kostenaftrek, zal wellicht voor vastgoedbezitters in een stijgende markt betekenen dat de wettelijke, forfaitaire box 3-heffing in stand kan blijven. Ook is het aan de belastingplichtige om het lagere werkelijke rendement aan te tonen, voordat een heffing naar daadwerkelijk rendement kan plaatsvinden. 

Indien u wilt weten wat dit arrest voor u betekent, neemt u dan contact op met uw RSM-adviseur. 

U kunt het arrest hier nalezen.