De problematiek aangaande vastgoed in box 3 zal u niet zijn ontgaan. De Staatssecretaris verwacht – te - hoge rendementen, past fiscale wet- en regelgeving aan en in het slechtste scenario moet u box 3-belasting betalen over rendementen die niet worden gehaald. Met andere woorden, u draait verlies, omdat de forfaitaire rendementen niet worden gehaald.
In aanloop naar Prinsjesdag zijn er veel mogelijke oplossingen die worden aangeprezen, maar in die aanprijzingen wordt niet altijd het ‘’eerlijke’’ verhaal verteld. Er wordt voornamelijk ingezoomd op de besparing van overdrachtsbelasting. Dat komt door het hoge overdrachtsbelastingtarief van 10,4% waarbij wordt geheven over de werkelijke waarde van het vastgoed.
Met de val van het kabinet, de (mogelijk) controversieel verklaring van wet- en regelgeving in de week van 11 september en fiscale haken en ogen bij sommige oplossingen, proberen de vastgoedfiscalisten van RSM orde in de chaos te scheppen. Daarom wordt in dit artikel het probleem van box 3 kort besproken, het voordeel van box 2 uitgelegd en de route daar naartoe begrijpelijk gemaakt, waarbij uiteraard ook veelvoorkomende haken en ogen aan de orde komen. Daarnaast wordt de vraag behandeld welke mogelijkheden er zijn waarbij de heffing van overdrachtsbelasting minimaal is en wat verder te doen. Ten slotte wordt er kort aandacht besteed aan de problematiek rondom excessief lenen waarbij de dga geld leent van de eigen B.V.