Uitleg van het begrip omzet voor de TVL

Het omzetbegrip binnen de TVL is gebaseerd op de Wet op de omzetbelasting, waarbij eventuele niet in btw-aangifte gerapporteerde omzet op basis van financiële administratie of jaarrekening mag worden aangetoond.

Dit is onder meer van belang bij stichtingen en verenigingen, die waar (niet-btw belaste) subsidies als omzet kunnen kwalificeren. In dat geval dient de omzetdaling buiten de btw-aangifte, waar de RVO standaard van uit gaat bij de beoordeling van een TVL-aanvraag, te worden beargumenteerd.

De omzet(daling) wordt voor mkb-ondernemingen op enkelvoudig niveau bepaald, dus op het niveau van de aanvragende entiteit en niet per definitie op groepsniveau, zoals bij de NOW.

Voor het zogeheten grootbedrijf (o.b.v. criteria van Europees recht, onder meer vanaf 250 fulltime werknemers) wordt vanaf TVL Q1 en TVL Q2 de omzet(daling) wel bepaald op groepsniveau, ook weer via een groepsbegrip op basis van Europees recht.

Bij dit alles is de referentieomzet de met de aanvraagperiode corresponderende periode in 2019. Dus, voor TVL tweede kwartaal 2021 subsidie is de referentieperiode voor de omzet(daling) het tweede kwartaal in 2019. Vanaf TVL Q2 is er een keuze in de referentieperiode, voor Q2 kan ook het derde kwartaal 2020 als referentieperiode worden gekozen.

Meer informatie?

Wilt u meer informatie over het omzetbegrip voor de TVL? Neemt u dan contact op met uw vaste RSM-adviseur of stuur een e-mail naar: [email protected].