We bevinden ons in het laatste kwartaal van 2024 en voor veel vennootschappen betekent dat ook het laatste kwartaal van hun boekjaar. De laatste kans dus om voor 2024 nog voorafbetalingen te doen (uiterlijk op vrijdag 20 december 2024). Welk voordeel hebben vennootschappen aan voorafbetalingen? En wat als er te weinig voorafbetalingen werden gedaan?
Voorafbetalen om vermeerdering te vermijden
Een vennootschap wordt geacht vennootschapsbelasting spontaan vooruit te betalen gedurende het betrokken boekjaar zelf. Doet u dat niet? Dan krijgt u te maken met de ‘vermeerdering van de vennootschapsbelasting wegens ontoereikende voorafbetalingen’. Het tarief voor deze bijkomende belastingschuld bedraagt 9% voor aj. 2025.
Voor vennootschappen geldt die vermeerdering vanaf de eerste euro die te weinig werd voorafbetaald. Het is belangrijk om op te merken dat deze vermeerdering een echte toename van de belasting is, en daarom niet fiscaal aftrekbaar.
Plan de voorafbetalingen goed!
Voor vennootschappen waarvan het boekjaar gelijkloopt met het kalenderjaar, zijn dit de uiterste betaaldata met de bijbehorende belastingvoordelen:
Uiterste betaaldatum | Belastingvoordeel |
---|---|
10.04.2024 (VA 1) | 12 % |
10.07.2024 (VA 2) | 10 % |
10.10.2024 (VA 3) | 8 % |
20.12.2024 (VA 4) | 6 % |
De boodschap is hoe dan ook om tijdig te beginnen met voorafbetalen. Valt uw winst hoger uit dan ingeschat, dan heeft u door uw ‘vroege’ voorafbetalingen wat marge. Deed u nog geen voorafbetalingen in de 3 eerste kwartalen, dan zou u bij de voorafbetaling in het vierde kwartaal 150% van de geraamde belasting moeten betalen om alsnog de vermeerdering te neutraliseren (het voordeel 6% voor de voorafbetalingen in kwartaal 4 ligt namelijk lager dan de globale vermeerdering van 9%).
Let op: voorafbetalingen kunnen maximaal de ‘belastingvermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen’ neutraliseren, maar vennootschappen houden geen voordeel over aan een overschot van voorafbetalingen.
Voor vennootschappen met afwijkende boekjaren moeten de betalingen plaatsvinden op de tiende dag van de vierde, zevende en tiende maand, en op de twintigste dag van de laatste maand van het boekjaar. Als een van deze dagen in het weekend valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Vennootschappen met een boekjaar van minder dan 12 maanden verliezen een of meerdere voorafbetalingsperiodes. Voor vennootschappen met een boekjaar langer dan 12 maanden gelden enkel de laatste vier periodes.
Hoe voorafbetalen?
Bij onvoldoende liquide middelen, kan een bankfinanciering voor de voorafbetalingen overwogen worden. In tegenstelling tot de ‘vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen’ zal de rentekost van deze financiering wel fiscaal aftrekbaar zijn en in de praktijk vaak lager uitkomen dan de belastingvermeerdering.
De voorafbetalingen moeten worden uitgevoerd op het rekeningnummer BE61 6792 0022 9117 (BIC: PCHQ BEBB) van het 'Inningscentrum – Dienst voorafbetalingen', gevestigd op Koning Albert II-laan 33, 1030 Brussel. Het bedrag moet gestort zijn op de rekening van de dienst voorafbetalingen uiterlijk tegen de eerder vermelde data. Betalingen na deze data worden meegeteld voor het volgende kwartaal.
Wat bij overschot aan voorafbetalingen?
Indien zou blijken dat er voorheen te veel is voorafbetaald, zijn er verschillende mogelijkheden om dit overschot te recupereren:
- Niets doen: overschot wordt pas terugbetaald na het vestigen van de betrokken aanslag, zonder recht op enige rente;
- Terugvragen van het overschot aan voorafbetalingen (de fiscus mag de openstaande schulden van het teruggevraagde bedrag afhouden);
- Overdragen van voorafbetalingen naar 2025.
Voor de twee laatste opties is het van belang om deze beslissing te nemen voor het einde van de derde maand na het einde van het boekjaar, (nl. voor eind maart 2025). Dit kan worden gedaan via MyMinfin of per e-mail.
Heb je vragen omtrent bovenstaande thema’s, aarzel dan niet om contact op te nemen met het RSM Belgium | Tax team ([email protected]).